Er bestaat vaak een vrij negatief beeld van zonnepanelen in het landschap. Als men eenmaal ziet wat voor inpassingsmogelijkheden er zijn, worden de reacties meestal al positiever. Daarom is het belangrijk om goed na te denken over hoe het zonnepark in de omgeving kan worden ingepast, zodat de impact op het landschap minimaal is. Een zonnepark hoeft namelijk echt geen lelijke grijze zee te zijn! 

De realisatie van een zonnepark betekent dat voor veel mensen de installatie zichtbaar wordt in het bestaande landschap. Grondgebonden zonneparken zijn inmiddels bekend bij veel Nederlanders. Vaak heb je daardoor te maken met het zogenoemde ‘Not in my backyard’ (NIMBY) effect: de aanleg van een zonnepark roept de meeste weerstand op bij direct omwonenden. 

Gelukkig kan je er van alles aan doen om de landschappelijke inpassing van de zonnepanelen mooi vorm te geven. Zo kan er speciale beplanting (struweelhagen) rondom het zonnepark worden aangelegd, zodat de panelen vanaf naastgelegen paden aan het zicht worden onttrokken. Een andere mogelijkheid is dubbel grondgebruik (zie FAQ 1.5), door bijvoorbeeld schapen te laten grazen onder de zonnepanelen of door bepaalde gewassen te telen.  

Bij het opstellen van het inpassingsplan van de zonnepanelen is het belangrijk om rekening te houden met de natuurvisie van de lokale overheid. Vaak zijn er richtlijnen opgesteld die je vertellen welke kenmerken in het landschap centraal staan en behouden of versterkt moeten worden. Bij het ontwerp van het zonnepark kun je daar vervolgens op inspelen, zodat het park één geheel vormt met de omgeving. 

  • Deel dit bericht:

Lees ook deze blogs