Om de elektriciteit uit een zonnepark te kunnen certificeren en verkopen, heb je een netaansluiting nodig. De netaansluiting wordt verzorgd door de regionale netbeheerder, bijvoorbeeld Enexis, Liander of Stedin. Om een zonnepark op het net aan te kunnen sluiten, zal je dus bij de netbeheerder een aanvraag moeten indienen. Deze aanvraag wordt alleen goedgekeurd als er voldoende capaciteit is om het gewenste vermogen van het zonnepark te kunnen aansluiten. 

Je kunt online vaak al een aanvraag doen om een inschatting te krijgen van de beschikbare netcapaciteit op de locatie van jouw zonnepark. Dit heet een transportindicatie. Een transportindicatie biedt geen garantie dat jouw zonnepark ook daadwerkelijk aangesloten kan worden, maar je krijgt hiermee wel een idee van de netsituatie op locatie. Netcapaciteit reserveren doe je vervolgens door middel van een offerteaanvraag bij de netbeheerder. 

Zonneparken en andere vormen van duurzame opwek hebben echter te maken met de toenemende capaciteitsproblemen van het elektriciteitsnet, ook wel bekend als congestie. Dit betekent dat teruglevering van bijvoorbeeld zonne-energie aan het net in veel regio’s steeds moeilijker wordt. In sommige gevallen zal je daarom een negatieve transportindicatie voor jouw zonnepark ontvangen. Op de congestiekaart van je netbeheerder kan je zien of er capaciteitsbeperkingen zijn in de regio van jouw zonnepark. 

Gelukkig zijn er verschillende oplossingsroutes (zie FAQ 4.3) als aansluiting van een zonnepark op het net niet direct mogelijk is. Netbeheerders werken bijvoorbeeld aan uitbreiding van hun capaciteit; met een offerteaanvraag kan je de urgentie hiervan verhogen en eventueel toekomstige capaciteit voor je zonproject reserveren. Ook zijn er creatieve oplossingen mogelijk, bijvoorbeeld door gebruik te maken van cable pooling of batterijopslag (zie FAQ 9). 

  • Deel dit bericht:

Lees ook deze blogs